Goed opleidingsbeleid leidt tot goede werknemersprestaties

Na de succesvolle afronding van drie cursussen ontvingen drie werknemers van familiebedrijf A. van Tilburg een bronzen erespeld van ROVC. Een knappe prestatie die nieuwsgierig maakt. Naar de ervaringen van de werknemers in kwestie, naar de samenwerking met hun werkgever en naar het interne opleidingsbeleid van A. van Tilburg. Aan het woord zijn hoofd personeelszaken Mariëlla Suurmeijer en de erespeldcursisten.

Mariëlla Suurmeijer, Hoofd personeelszaken bij A. van Tilburg


In de hoofdvestiging van A. van Tilburg in Roosendaal werkt Mariëlla Suurmeijer aan het opleidingsbeleid van de firma, onder andere voor de afdeling Hydrauliek. Zij is als hoofd personeelszaken verantwoordelijk voor deze “pittige, maar leuke klus”. Toen zij viereneenhalf jaar geleden startte, was er nog geen opleidingsbeleid. “A. van Tilburg investeerde wel in opleidingen voor werknemers, maar ik heb het studiereglement gestructureerd en het opleidingsplan ingevoerd. In het studiereglement staat onder meer via welke wegen iemand een opleiding kan volgen. Wil hij zelf zijn arbeidskansen vergroten, wil zijn leidinggevende dat hij zijn technische kennis bijschoolt of is een opleiding wettelijk verplicht voor zijn werkgebied? Deze drie mogelijkheden zijn uitgewerkt in het studiereglement. Vervolgens maakt het opleidingsplan de te leren kennis en vaardigheden concreet. Dat gebeurt in de regel na een beoordelingsgesprek en input van de leidinggevende. Als het opleidingsplan gereed is, kan de medewerker de gewenste opleiding gaan volgen.”


Meedenken met de klant

Mede dankzij Suurmeijer heeft A. van Tilburg dus een goed opleidingsbeleid. Dat werknemers daardoor gemotiveerd raken, blijkt uit de prestaties van Ad Maes, Peer Peters en Wouter Schot. De drie medewerkers hebben drie ROVC-cursussen (Hydrauliek en pneumatiek, Hydraulische systeemtechniek en Elektrisch schakelen) met goed gevolg afgerond en daarvoor een bronzen erespeld ontvangen. Schot: “Wij zijn blij dat wij de kans krijgen ons te ontwikkelen. Op de werkvloer begrijpen wij beter wat we doen. We kunnen nu goed meedenken met de klant. Ook over elektrotechniek, een vakgebied waar wij voorheen niet in thuis waren.” Schot buigt zich weer over het hydraulische systeem dat hij samen met zijn collega’s klaarmaakt voor een booreiland. “Een spoedklus tussendoor.”


Zwaar maar uitdagend

Maes en Peters sluiten zich aan bij de woorden van hun collega. Maes is erover te spreken dat hij zijn kennis heeft kunnen ophalen. “Ik werk op kantoor en miste vooral op het gebied van elektra kennis van essentiële onderwerpen voor de monteursfunctie.” Peters vindt dat zijn werk uitdagender is geworden doordat hij zich heeft mogen verbreden. “Ik doe nu meer dan storingen oplossen en dat is iedere dag weer spannend. Ik heb veel aan de ROVC-opleidingen gehad.” Al waren ze wel behoorlijk zwaar, daar zijn ze het alle drie over eens. Maes: “De opleidingen volg je in de avonduren, zeventien avonden lang. Daarnaast zijn er twee practicumdagen, krijgen wij huiswerk én hebben we een baan.” Toch willen ze doorleren. “Niet omdat het moet,” zegt Schot, “maar omdat het een investering in onszelf is.”




A. van Tilburg

Het familiebedrijf A. van Tilburg is van oorsprong een West-Brabantse handelsonderneming in techniek. In 1966 opgericht als eenmanszaak, is het bedrijf 45 jaar later uitgegroeid tot een firma van formaat. Met vijf locaties, 110 technische specialisten in dienst en een uitgebreid (inter)nationaal werkgebied, is A. van Tilburg niet meer weg te denken uit de wegtransportbranche en (hydraulische) industrie. Het werkgebied is inmiddels verdeeld over drie afdelingen: Truck en trailer, Handel en Hydrauliek. Onderhoud, reparatie, keuringen en handel van onderdelen zijn de hoofdactiviteiten.


Extra doorgroeimogelijkheden

Suurmeijer luistert tevreden naar de ervaringen van de erespeldcursisten. “In een tijd van krapte op de technische arbeidsmarkt, zijn dit goede signalen. Het blijft lastig om goede technici te vinden. Met ons opleidingsbeleid hopen we onze mensen in ieder geval binnen te houden. Wij werken niet met te behalen competenties, maar houden het hogere opleidingsdoel voor ogen: allround inzetbaarheid. Een monteur krijgt de kans zijn vakkennis vergroten, zodat hij allround inzetbaar wordt. Met een extra diploma groeien de doorgroeimogelijkheden. Een storingsmonteur wordt bijvoorbeeld eerst hydrauliekmonteur en daarna hydrauliekspecialist. Dan kan hij allerhande hydraulische systemen onderhouden en repareren – van uitschuifbare cilinders in kranen tot industriële aandrijvingen – en gericht service verlenen. Dat is voor de medewerker leuk en voor ons handig!”


Investeren in nieuwe krachten

Toch blijft Suurmeijer investeren in het aantrekken van nieuwe arbeidskrachten. Al was het alleen maar vanwege de snelle groei van A. van Tilburg. In vier jaar groeide het bedrijf van 65 naar 110 technici in vaste dienst. “Ik werf voornamelijk regionaal; via huis-aan-huisbladen, uitzendbureaus, scholen en sociale netwerken als Hyves en Twitter. De focus ligt op mbo-leerlingen die een beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgen.


In de toekomst hoop ik een vaste leermeester aan te stellen voor de begeleiding van alle bbl-leerlingen. Van daaruit kunnen we misschien samen met ROVC een bedrijfsschool oprichten. Zodat we jongeren eerder kennis kunnen laten maken van A. van Tilburg en we het opleidingspakket kunnen vergroten. Ambities genoeg: stilstaan is achteruitgaan!”





Deel deze pagina