De toekomst is aan smart industry, maar hoe ga je er slim mee om?
Storingen uitlezen via een app op je smartphone, op welke locatie dan ook. Moeiteloos inloggen op het netwerk van elke klant… Door nieuwe producttechnologieën en verdere integratie van ICT verandert de industrie radicaal. Smart industry is een hot item, zou je verwachten. Gek genoeg zien werkgevers het echter niet als trend, blijkt uit onderzoek van ROVC. Hoe kunnen bedrijven er toch op inspelen?
Onderzoek
ROVC vroeg 1231 werkgevers in de techniek naar de belangrijkste marktontwikkelingen binnen de branche. Hun top drie: allround inzetbaarheid (55%), automatisering (18%) en borgen van kennis en kunde (15%). Slechts 0,3% herkende smart industry als invloedrijke ontwikkeling. Cijfers die John Triki niet verbazen: “De industrie is erg behoudend. Dat begint al met de producten die ze toepassen. PLC-systemen zijn inmiddels gemeengoed. Maar het heeft lang geduurd totdat bedrijven afscheid namen van traditionele relaistechnieken.”
Breed begrip
Smart industry (of, zoals de Duitsers het noemen: Industrie 4.0) is een parapluterm waaronder veel technologieën vallen. Van big data processing tot The Internet of Things, van 3D-printing en nanotechnologie tot nieuwe sensortechnologie en adaptieve robots. Triki: “Thomas Watson, voorzitter van de raad van bestuur van IBM, zei in 1943: ‘Ik denk dat er in de wereld markt is voor ongeveer vijf computers.’ Anderen voorspelden dat er een tijd kwam waarin computers niet meer zouden wegen dan anderhalve ton. Kijk waar we nu staan: tegenwoordig heeft iedereen een computer op zak. En in principe kunnen alle apparaten met elkaar in verbinding staan. Dat biedt kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. ‘Het eerstvolgende virus komt binnen via je broodrooster’, zegt men weleens gekscherend.”
Geen standaard aanwezig
Te vaak ontbreekt een duidelijke standaard , constateert Triki. Als voorbeeld noemt hij ethernet, dat wijdverspreid is en waarvan ondertussen al verschillende varianten zijn uitgebracht. Boven op de ethernetlaag draaien protocollen, waarvan TCP/IP het bekendste en meest gebruikte is. John Triki: "Fabrikant A heeft een oplossing, maar fabrikanten B, C en D ook. Welke variant je ook kiest, het hele vraagstuk wordt door de klant nog op de lange baan gecshoven. Als je een machine verkoopt met een ethernetaansluiting, is het moeilijk via het bestaande netwerk service te verlenen. Bedrijven zijn huiverig voor virussen en hackers. Niet alleen het management; ook de IT-afdeling houdt de boot af. Ze zetten de router niet open om je binnen te laten. Dus moet je een eigen faciliteit creëren. Elke PLC-leverancier biedt een eigen ethernetvariant en de keuze is afhankelijk van de vraag. Als opleider betekent dit dat je de basis van ethernet moet aanbieden, maar ook de verschillende varianten (Profinet, Ethernet/IP, Modbus etc.)."
Doorbraak van onderaf
De echte kanteling ontstaat uiteindelijk op de werkvloer, verwacht John Triki: bij technici zelf. "Medewerkers gaan erom vragen. Vooral de nieuwe generatie is gewend om alle gegevens op één apparaat tevoorschijn te toveren. Kinderen van veertien ontwikkelen al apps. De jeugd wil niet meer anders, en geef haar eens ongelijk... Het biedt zoveel gemak!"
John Triki, ROVC / Intecno
John Triki heeft sinds 2004 zijn eigen bedrijf: Intecno Holland in Mierlo. Triki is twintig jaar werkzaam in de industriële automatisering. De machinebouwers en aanverwante paneelbouwers behoren tot zijn doelgroep. Intecno Holland houdt zich hoofdzakelijk bezig met de verkoop van PLC’s, motorstarters en frequentieen gelijkstroomregelingen. Daarnaast biedt Intecno Holland ondersteuning bij het inregelen van deze producten en het aansluiten en controleren van diverse industriële netwerken. In 1994 gaf John Triki voor het eerst een cursus voor ROVC: Industriële automatisering. Momenteel geeft Triki bijna alle cursussen in dit vakgebied. Van Industriële automatisering tot PLC-systemen (IEC-6-1131 en Siemens S7 300/400) en trainingen in PROFIBUS, Modbus, CANbus en HMI.