De jeugd heeft de toekomst: enthousiasmeer, werf en leid ze op
Een grote uitdaging, geen bedreiging. Zo omschrijft Martin Kerkhoff van voestalpine Polynorm het tekort aan technici in Nederland. ’Het is zoals het is. Je kunt het niet veranderen, maar wel proberen er zo goed mogelijk mee om te gaan.’ Om voldoende jonge instromers aan te trekken, investeert Polynorm volop in wervingsactiviteiten en een eigen bedrijfsschool. Een succesverhaal waaruit grote als ook zeker kleinere bedrijven lering kunnen trekken.
Het tekort aan technici is voor Polynorm geen nieuw gegeven. Kerkhoff signaleert wel dat het probleem steeds urgenter wordt: ‘We hebben veel medewerkers en daardoor ook veel nieuwe medewerkers nodig. Operators, monteurs en gereedschapmakers op mbo-2 niveau, maar ook veel specialisten op mbo-3 en 4 niveau. Helaas komen er minder technisch gediplomeerden van school, waardoor vacatures moelijker te vervullen zijn.’
De oplossing: jongeren opleiden
Polynorm heeft al ruim 60 jaar een eigen bedrijfsschool, waarin medewerkers worden opgeleid op het gebied van verspaning, onderhoud en productietechniek. In de opleiding op mbo-2 niveau stromen elk jaar 12 à 13 leerlingen in. Kerkhoff: ‘In de eerste drie maanden krijgen ze een grondige introductie. Ze lopen op verschillende afdelingen stage en je ziet dan snel waar ze aanleg voor hebben. Vervolgens wordt gezamenlijk een keuze voor een uitstroomrichting gemaakt. Ze worden in twee jaar vaktechnisch opgeleid tot gereedschapmaker, elektrisch of mechanisch monteur. De theorie wordt extern ingevuld, maar alle praktijklessen worden verzorgd door onze twee eigen docenten. De opleiding sluit hierdoor naadloos aan op onze bedrijfspraktijk. Met duidelijk resultaat: onze leerlingen stromen uit op een hoger niveau dan leerlingen van reguliere opleidingen. De doorstroom gaat praktisch automatisch. De leerlingen waaieren uit over de organisatie, maar ze houden elkaar toch in de gaten. Ze blijven elkaar motiveren en enthousiasmeren. Wij hoeven daarin weinig te sturen,’ aldus Kerkhoff.
Voestalpine Polynorm BV
voestalpine Polynorm BV is onderdeel van de wereldwijd opererende voestalpine Group. Het bedrijf levert als onafhankelijke toeleverancier hoogwaardige staalproducten voor de automotive branche. Kernactiviteiten zijn het ontwerpen en produceren van stalen en aluminium carrosseriedelen van auto’s en vrachtwagens. In Bunschoten werken circa 700 medewerkers.
Leerlingen binnenhalen
In een markt waar de vraag naar nieuw gediplomeerde technici het aanbod overschrijdt, kweekt Polynorm haar eigen vijver. Maar ook voor Polynorm geldt dat de jongeren eerst geënthousiasmeerd en geworven moeten worden. De aanwas van nieuwe instroom nam de afgelopen jaren zodanig af, dat de wervingsactiviteiten twee jaar geleden opgevoerd zijn. ‘We adverteren, doen mee aan onderwijsbeurzen en organiseren twee maal per jaar een open dag voor toekomstige leerlingen met hun ouders. We hebben ook jaarlijks een speciale campagne waarin we twee dagen een bus huren en scholen langs gaan. We halen dan tweede en derdejaars leerlingen van vmbo-scholen naar de fabriek en geven een korte bedrijfspresentatie en rondleiding. Zo krijgen ze een eerste indruk van ons bedrijf en wat er allemaal mogelijk is. Onze docenten geven daarnaast ook gastlessen op vmbo-scholen. Zo geven we leerlingen meer kennis over een bepaald technisch onderwerp en geven we aan wat hun mogelijkheden bij ons zijn. Dat werkt goed. vmbo’ers zijn bij ons ook welkom voor een snuffelstage. We plaatsen ze dan niet anoniem op een afdeling, maar laten ze meelopen in de bedrijfsschool. Onder begeleiding van onze praktijkdocenten voeren ze opdrachten uit voor de afdelingen en ze komen in contact met onze leerlingen.’
Samen techniek zichtbaarder maken
Naast eigen activiteiten participeert Polynorm graag in gezamenlijke initiatieven. Kerkhoff vervolgt: ‘Hier in de regio initieert het Techniekgilde de ‘Week van de Techniek’. Wij vinden het belangrijk hieraan mee te doen. Onderbouwklassen uit het voortgezet onderwijs volgen tijdens deze week workshops van uiteenlopende technische bedrijven. Zo wakkeren we de interesse in techniek aan. Dat is hard nodig, want in het basisonderwijs wordt amper aandacht aan techniek besteed. Helaas leent onze fabriek zich niet voor rondleidingen voor basisschoolleerlingen. We willen ze enthousiasmeren, niet afschrikken en dat is op die jonge leeftijd op onze werkvloer te moeilijk te beheersen.’ Kerkhoff ziet de rondleidingen, open dagen en workshops niet alleen als investering in Polynorm zelf, maar ook als gezamenlijke brancheverantwoordelijkheid. ‘Overheid en bedrijven moeten meer promotie maken voor de techniek. Je ziet dat steeds meer bedrijven inzien dat we samen de techniek zichtbaarder moeten maken. Samen promoten, samen opleiden, dat besef groeit. Het blijft voor kleinere bedrijven wel lastig om echt stappen hierin te zetten. Echter, door te participeren, maken we gezamenlijk de vijver groter. En dat is uiteindelijk beter voor iedereen.’
Een goede selectie
Polynorm investeert in de werving en opleiding van de jongeren, een goede selectie is dan ook erg belangrijk. ‘We organiseren selectiedagen waarin potentiële leerlingen een theorie- en praktijktest doen. Daar lezen we veel aan af. Je ziet waar iemand meer of minder aanleg voor heeft. Sommige jongens weten heel duidelijk welke richting ze op willen. Daar moet je rekening mee houden om een goede verdeling over de verschillende uitstroomrichtingen te krijgen. Het is uiteraard niet 100% in te schatten. Soms zijn er vijf gereedschapmakers nodig en kun je er maar drie afleveren, dat is niet altijd te voorkomen.’ Kerkhoff voert ook kennismakingsgesprekken met de jonge sollicitanten. ‘Jongeren hebben minder ervaring, maar wel ambitie en een eigen verhaal. Aan de hand van hun eerdere opleidingservaringen kun je erg interessante gesprekken voeren en goed selecteren. Wat je de laatste jaren toch steeds vaker ziet, is dat ze eigenlijk nog niet weten wat ze willen doen en of ze wel in de techniek aan de slag willen. Daar moet je alert op zijn.’
Onderscheiden van de rest
De wervingsactiviteiten leiden tot resultaten. Vorig jaar werden voldoende nieuwe leerlingen voor de bedrijfsschool binnengehaald. Ook voor komend jaar zijn de aanmeldingen voor de toelatingsdag zeer positief. In de directe omgeving van Polynorm bevinden zich veel technische bedrijven met vacatures. Kerkhoff: ‘Je moet je als bedrijf onderscheiden. Wij bieden leerlingen een contract met complete op- leiding en basissalaris. Als bedrijfsschool kun je meer bieden dan een reguliere opleiding kan, denk aan een maatwerkopleiding, goede begeleiding en prettige werksfeer.’
Leerlingen behouden
Bang om leerlingen na de opleiding te zien vertrekken, is Kerkhoff niet. Hij onderbouwt: ‘Je hebt twee jaar de tijd om iemand te binden en boeien. We maken ze enthousiast voor het bedrijf, waardoor ze graag willen blijven. Je moet dat serieus aanpakken. Wij hebben twee eigen docenten en praktijkbegeleiders die daarin een belangrijke rol spelen, dat is een groot voordeel. Je moet de ruimte hebben om begeleiders vrij te kunnen maken. De leerlingen komen vrij jong binnen, zijn meestal nog maar 16 of 17 jaar. Ze zoeken een stuk geborgenheid van een klas en een eigen aanspreekpunt. Binnen de bedrijfsschool krijgen ze die basis. Ze komen steeds vaker op een afdeling te werken en vinden daar langzaamaan hun eigen plek. Leerlingen van reguliere opleidingen zie je op stages regelmatig verdrinken. Wij houden continu de vinger aan de pols. We koppelen de leerlingen aan praktijkbegeleiders. Praktijkbegeleider en docenten houden de leerlingen samen in de gaten en sturen, indien noodzakelijk, direct bij. De ouders betrekken we er ook bij, maar we leggen heel sterk de verantwoordelijkheid bij de leerling zelf. Uiteindelijk moeten ze het zelf doen.’