Babyvoedingproducent profiteert van volwassen opleidingsstrategie

FrieslandCampina Domo ontwikkelt, produceert en verkoopt hoogwaardige zuivelingrediënten voor toepassing in kindervoeding, medische voeding en celvoeding wereldwijd. “Een goede opleiding van onze operators is een basisvoorwaarde voor een gestroomlijnd productieproces. Details maken daarbij het verschil. Op den duur willen we de uitkomsten van onze oorzaakanalyses een-op-een gebruiken voor het optimaliseren van onze opleidingsprogramma’s.”

Voor de fabrieksingang van FrieslandCampina Domo in Beilen staat een ‘scorebord’ met een opvallende boodschap. ‘Alle ongelukken zijn te voorkomen. Aantal dagen zonder ongeval met verzuim: 231. Hoogste aantal dagen zonder ongeval met verzuim: 231. Niets is ons een ongeluk waard.’ Gerrie de Rouw, Manager Learning & Development: “We hebben inderdaad een record te pakken. Daar zijn we best trots op. Acht maanden is lang, gelet op de duizend mensen die hier dagelijks in en rond de fabriek werken.” Safety first bij Domo. En dat is maar goed ook. In Beilen produceren ze voeding voor de allerkleinsten. De Rouw: “Het afbreukrisico van onze producten is enorm. Een baby is veel kwetsbaarder dan een volwassene die een stukje kaas eet. De veiligheidsen hygiëne-eisen worden steeds scherper. Dat heeft ook gevolgen voor onze opleidingsprogramma’s.”


Key performance indicators

Een veilige en productieve werkomgeving is bij Domo onlosmakelijk verbonden met het investeren in bewustwording en kennis. Domo maakt serieus werk van opleiden, vertelt De Rouw: “Het concern heeft een richtlijn vastgesteld: vijf procent van je tijd moet je aan opleiding besteden. Binnenkort gaan we het budget per lijn verdelen; nu is het nog één grote pot.” Domo brengt jaarlijks vier key performance indicators (KPI’s) in kaart die gelieerd zijn aan learning and development, legt De Rouw uit. “Het aantal ongelukken door onvoldoende kennis van de regels, het aantal klachten veroorzaakt door medewerkers, het aantal openstaande uren e-learning per medewerker en/of minimaal 90% van het opleidingsbudget is gebruikt.”


Goedgevulde opleidingskalender

Domo richt zich voornamelijk op zij-instromers van chemische bedrijven, aldus De Rouw. “Ze hebben meestal een mbo-2- of mbo-3-opleiding afgerond, maar in een ‘verkeerde’ richting. Specifieke kennis over het zuivelproduct ontbreekt nog. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met eiwitten als je pasteuriseert? Binnen FrieslandCampina leiden we ze op tot foodoperator.” Op de kalender prijkt een flink aantal leerinterventies. De Rouw: “Denk bijvoorbeeld aan bbl- en incompanytrajecten, e-learningprogramma’s en trainingen ‘on the job’.”


FrieslandCampina Domo

FrieslandCampina Domo is een werkmaatschappij van FrieslandCampina. Op het gebied van baby- en kindervoeding is Domo wereldwijd een grote speler. De belangrijkste grondstoffen zijn melk en wei (de vloeistof die vrijkomt bij kaasproductie). Domo produceert halffabricaten (basispoeders) en complete eindproducten in bulk- en consumentenverpakking. In Nederland heeft Domo productielocaties in Beilen, Borculo, Bedum, Workum en Dronrijp.


Operator als procesbewaker

De fabriek is in acht jaar tijd snel gegroeid, mede door de toenemende vraag naar hoogwaardige babyvoeding vanuit China. De Rouw: “We zijn van 220 naar 650 vaste medewerkers gegaan.” De lijnen draaien 24 uur per dag, 7 dagen per week (ook op zon- en feestdagen). Zo’n vierhonderd operators houden alles draaiende in een vijfploegenrooster. Van procesoperators die de pasteurisatielijn, droogtoren of natte installatielijn bedienen tot verpakkingsoperators, die afmengen en het product verpakken in groot- of consumentenverpakking. De Rouw: “Processen worden steeds complexer. Het aandeel handwerk neemt af; alles wordt doorgeautomatiseerd. Onze operators worden steeds meer procesbewakers en procesanalisten.”


Opleidingsresultaten benutten op werkvloer

ROVC verzorgt de incompanyopleiding Algemene Techniek voor Operators. De Rouw: “Inmiddels hebben zo’n zestig operators deze opleiding succesvol doorlopen. De uren vliegen voorbij en onze operators vinden het een waardevol traject.” Alle extra vaardigheden zijn waardeloos als operators ze niet direct benutten in hun eigen werksituatie. Een belangrijke sleutel ligt in handen van de teamleiders, benadrukt De Rouw. “We willen dat onze teamleiders tijdens het volgende functioneringsgesprek kunnen zeggen: ‘Ik zie dat je vakbekwamer bent geworden en beter anticipeert op storingen.’ Dat vraagt ook om een inspanning van henzelf. Teamleiders moeten meer een coachende rol op zich nemen. Niet alleen bezig zijn met dagelijkse operationele problemen, maar ook met de ontplooiing van hun teamleden. Als we te druk zijn met ad-hocproblemen, kunnen we nooit doorgroeien naar een volwassen opleidingsstrategie. Hoeveel leermiddelen we er als organisatie ook tegenaan gooien.” De laatste jaren pakt Domo het gestructureerd aan, vertelt De Rouw. “Concernbreed zijn we bezig met een ‘leading operations-programma’. Alle 350 teamleiders krijgen dezelfde training. Hoe spreek je medewerkers aan? Op welke manier kun je het best feedback geven? Aan welke eisen moet een goed functioneringsgesprek voldoen?”


Kritische handelingen

Hoe kan Domo het rendement van opleiden de komende jaren verder verhogen? Een aanzienlijk verbeterpotentieel schuilt volgens De Rouw in het perfectioneren van basisvaardigheden. “We willen al onze vierhonderd operators bekwaam verklaren voor een aantal kritische handelingen. In een standaardtraining ‘on the job’ brengen we alle kritische handelingen op de lijn terug tot een aantal stappen, die we in één minuut kunnen trainen. Denk aan het nemen van een monster van een bigbag of het vervangen van een zeef. Elke handeling wordt drie keer voorgedaan door de trainer en drie keer nagedaan door de operator. Bij de vierde keer moet de operator laten zien dat hij het zelfstandig kan uitvoeren en kan uitleggen waarom hij het op deze manier doet. We hebben een pilot gedraaid op twee grootverpakkingslijnen. De komende periode gaan we dat uitrollen over alle productieafdelingen.”


Leren van verliezen

“Gericht opleiden is een basisvoorwaarde voor een gestroomlijnd productieproces”, zegt De Rouw. “Draai het maar eens om. Een niet-competente medewerker levert problemen op: een grotere kans op ongelukken en stilstand, hogere faalkosten vanwege afgekeurde producten en een lagere Overall Equipment Effectiveness (OEE).” In die laatste graadmeter van rendement zit volgens De Rouw nog voldoende rek. “De ene lijn zit op 98 procent, de andere op 95, maar soms ook lager. De ene keer is een grondstof of operator niet beschikbaar, de andere keer is de stilstand te wijten aan een storing. Alles wordt gemonitord en gerapporteerd. De verliezen ontrafelen we in het overleg tussen operators, teamleiders en stafleden. Als we een bepaalde trend waarnemen, voeren we een oorzaakanalyse uit. In de toekomst willen we de uitkomsten daarvan direct koppelen aan opleidingscriteria. Is er sprake van een gebrek aan kennis of vaardigheden? Heeft de medewerker in kwestie genoeg preventief gesmeerd, zijn de sensoren wel schoongemaakt? Dat is nog een uitdaging: de belangrijkste trends eruit pikken en op basis daarvan ons opleidingsaanbod intensiveren.”

Deel deze pagina