Wat is warmte-koudeopslag (WKO) en hoe werkt het?
Een WKO-systeem haalt water van rond de 13 graden uit de grond. Via proefboringen wordt bepaald welke diepte het meest ideaal is. In Ede blijkt dat op 91 meter diepte te zijn, dus ons warme water komt van 91 meter diepte. Het omhoog gepompte water gaat naar de water-waterwarmtepomp. Deze pomp verwarmt het water naar ongeveer 50 graden. Vervolgens wordt dit warme water gedistribueerd naar de verschillende afgiftesystemen die de ruimtes verwarmen, zoals vloerverwarming, luchtbehandelingskasten of heaters.
Doordat warmte uit het opgepompte grondwater wordt onttrokken, koelt dat grondwater af naar ongeveer 9 graden. Het WKO-systeem pompt dit terug de grond in, naar een diepte van 110 meter. In de zomer wordt dit koudere water weer opgepompt en gebruikt om het pand te koelen. Dan wordt juist het warme water dat overblijft na de koeling, terug de grond ingepompt naar de warmwaterput op 91 meter diepte. Een WKO-systeem slaat dus warmte op voor verwarming in de winter en koude voor koeling in de zomer.
Soms is het buiten zo koud dat het niet meer lukt om het hele gebouw met de WKO en water-waterwarmtepomp te verwarmen. In dat geval springt de lucht-waterwarmtepomp bij. Deze pomp werkt in principe hetzelfde als de water-waterwarmtepomp. Alleen wordt geen water, maar buitenlucht als bron gebruikt om het water te verwarmen.
Waarom is deze technologie geïntegreerd in het ROVC TechCenter?
Fossiele brandstoffen raken op en zijn bovendien slecht voor het milieu, terwijl aardwarmte onuitputtelijk is. WKO is dan ook een van de snelst groeiende energiebronnen én een van de meest groene vorm van energieopwekking. Door deze technologie in het TechCenter te integreren, kunnen onze cursisten een volledig werkend WKO-systeem bestuderen: van de opwekking tot de afgifte. Een groot voordeel ten opzichte van losse opstellingen.